Thorbecke, grondlegger van onze grondwet, was er trots op dat hij geen campagne voerde en weinig mensen sprak; het zou hem immers kunnen beïnvloeden in zijn werk. Politieke campagnes in Nederland zagen vanaf de jaren twintig het levenslicht, het moment dat iedere Nederlander mocht stemmen. Er werden massabijeenkomsten georganiseerd waar politici het volk toespraken. Af en toe werd er gezongen, bijvoorbeeld het socialistische strijdlied ‘De Internationale’. Toen die zaaltjes in de jaren vijftig en zestig steeds leger werden, de massamedia in opkomst was en in de Verenigde Staten steeds professionelere politieke campagnes werden gevoerd, konden Nederlandse politici niet achterblijven.
Dixieland & Den Uyl
De jaren zeventig waren een politieke periode in ons land en dat zorgde ervoor dat de campagnes levendiger werden. De eerste echte campaigners in Nederland waren de scherpe debaters Joop den Uyl en Hans Wiegel (debatten waren nieuw en over komen waaien uit Amerika). In 1972 voerde Wiegel een spraakmakende campagne onder het motto ‘Houd Den Uyl uit het Catshuis’ en legendarisch werd het televisiedebat waarin hij naar Den Uyl wijst en zegt “Sinterklaas bestaat, hij zit daar!”. Den Uyl werd gesteund door Jaap van de Merwe met het nummer: Op De Hele Wereld Is Geen Uyl Te Koop Zo Mooi Als Onze Joop. Een muzikale tegenreactie kwam van Vader Abraham en Boer Koekoek (die met de Boerenpartij in de Tweede Kamer zat): ‘Den Uyl is in den olie’. Het zou niet het laatste campagnelied worden van Vader Abraham: in 2002 steunde hij Pim Fortuyn met ‘Wimmetje gaat, Pimmetje komt’.
De eerste campagneliederen waren enorm politiek. Ook Gerard Cox en Frits Lambrechts mengden zich in het debat en waren uitgesproken links. Bij de VVD voerde de gezelligheid de boventoon. Zowel de christendemocraten als de socialisten waren, en zijn nog steeds, jaloers op de gezellige sfeer bij VVD-bijeenkomsten, waar zware politieke discussies eenvoudig geparkeerd werden. De corporale sfeer werd extra aangezet met dixielandmuziek. Wiegel en Den Uyl leerden Nederland dus niet alleen negative campaigning en debattechnieken, maar ook campagnemuziek. Ook dat was, zo is hier te lezen, eerder allang uitgevonden in de Verenigde Staten.
Muziek over politici
Het was ook de aftrap van muziek óver politici, waarin natuurlijk werd geprobeerd de kiezer te sturen. Los van de nummers over Den Uyl verschenen verschillende punknummers zoals ‘Van Agt Casanova’ van Paul Tornado en ‘Van Agt’ van Tedje en de Flikkers. Dit zien we ook anno nu nog terug: Hang Youth maakte in 2021 ‘Ik geef een nier voor geen Rutte IV’, Arjen Lubach maakte in 2019 ‘Beter dan Baudet in bed’ en in de hiphopscene worden verschillende diss raps over Geert Wilders gemaakt. En dus het eerdergenoemde ‘Wimmetje gaat, Pimmetje komt’.
Uitdaging voor Nederlandse partijen
Muziek gebruiken is voor Nederlandse campaigners lastig te gebruiken in politieke campagnes, en wel om drie redenen. Allereerst moet je de portemonnee trekken als je muziekrechten wil afkopen in reclamespotjes, terwijl het geld vaak niet tegen de plinten klotst. Daarnaast zijn artiesten vanwege de cultuur in Nederland vaak niet happig om zich te binden aan politieke partij. Dat heeft er ook mee te maken dat jezelf binden aan één partij, automatisch betekent dat je tegen heel veel andere partijen bent. Artiesten hebben zich geen zin te verbinden aan een partij, zo ondervonden CDA’ers toen ze ‘De glimlach van een kind’ gebruikten in 2006 en PVV’ers toen ze ‘België’ gebruikten in 2005. Wat dat betreft is Amerika een stuk veiliger, waar jezelf verbinden aan de democraten in de toch wel linkse cultuurscene, je zelden fans kost en ongetwijfeld meer fans oplevert. Tot slot is negative campaigning, en dat extra aanzetten in muziek, erg lastig in Nederland want je komt elkaar toch weer tegen aan de formatietafel. Dat verdomde poldermodel belemmert de opmars van Nederlandse campagnemuziek…
Waarom campagnemuziek?
Maar waarom zou je überhaupt muziek gebruiken in je campagne? Om dat te beantwoorden ben ik in wat onderzoeken gedoken naar muziekgebruik in reclames. Het Engelse Thinkbox concludeerde na onderzoek dat audio de aandacht van de tv-kijker succesvol naar het scherm trekt. Mindshare maakte duidelijk dat audio door middel van emotional transfer het brein activeert. Les Binet e.a. concludeerde dat reclame met muziek effectiever is dan zonder, en dat ‘passende’ muziek zelfs zorgt voor 16% toename in effectiviteit (merkbekendheid, -voorkeur en aankoopintentie) vergeleken met reclame zonder muziek. Oftewel, muziek kan je positioneren en zorgt voor effectievere uitingen. En vergeet de waarde van een ‘endorsement’ niet van een beroemde muzikant – hoewel dat altijd onderwerp van discussie is. Over Oprah bleek uit onderzoek van de Northwestern University in Illinois dat haar steun Obama wel tot een miljoen stemmen heeft opgeleverd.
Geer & Goor zongen dan ook vaak een moppie voor ‘hun’ VVD (hoewel eerstgenoemde later flirte met FVD) en in 2021 zagen we dat ook Henk Wijngaard (CDA) en rapper Duncan (FVD) liedjes maakten. Maar de godfather van de campagnemuziek in Nederland is natuurlijk Bob Fosko, hij werd jarenlang succesvol ingezet door dé campagnepartij van Nederland: de SP. Zier hier een opsomming van deze nummers. Je ziet dat deze liedjes heel duidelijk proberen een merkassociatie op te bouwen. Een alternatief is, zoals we vooral tijdens de Gemeenteraadsverkiezingen vaak zien (zie hier de analyse uit 2022), dat je puur focust op het genereren van aandacht.
Uitslagenavonden
Misschien wel het meest spraakmakend is de muziek die je hoort op uitslagenavond. VVD koos in 2012 voor een nummer met de lyrics “It was never, never an honest word, that was when I ruled the world” en D66 in 2017 met “You see that girl with the big tic tac (…) Head to the floor, girl (…) Rote your body cause me love how you spinning it. Make the TRUMPETS blow!”. GroenLinks koos voor ‘I gotta feeling’, maar dat hadden PvdA en D66 en zelfs de republikeinse kandidaat Ted Cruz allang gedaan. Smaakvoller waren de keuzes vol zelfspot van CDA in 2012 “I get knocked down, but I get up again”, PvdA in 2017 met ‘Waterloo’ en VVD met ‘Sweet Caroline’ in de campagne dat Rutte om Caroliene had geroepen in een debat waarin hij zijn tekst niet meer paraat had. ‘Sweet Caroline’ werd later uiteraard gekaapt door Caroline van der Plas.
Van de afgelopen verkiezingen heb ik wat uitgebreidere analyses gemaakt. Hier analyseer ik alle opkomstnummers uit 2012 en hier analyseer ik alle opkomstnummers uit 2017. 2021 was een suf campagnejaar vanwege covid, maar bij het NOS op 3-debat mocht lijsttrekkers hun eigen opkomstsnummer kiezen en dat klonk zo. De Gemeenteraadsverkiezingen van 2022 waren spannender qua muziekgebruik maar vooral bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2023 gebeurde enorm veel. De analyse daarvan lees je hier.
Buitenland
Buitenlandse campagnemuziek-klassiekers zijn bijvoorbeeld May die danst op Dancing Queen, deze parel die werd gebruikt na de catastrofe van Liz Truss en One More Time bij de herverkiezing van Macron. Hilarisch was ook de catastrofe van Sunak in 2024: toen hij nieuwe verkiezingen aankondigde, zetten demonstranten het nummer ‘Things Can Only Get Better’ van D:Ream op – een nummer waar Blair ooit campagne mee voerde. De Britse media hadden het al gauw over ‘things can only get wetter’. In de finale van de campagne was vooral deze video van Farage smullen. In Hongarije probeert Orbán de populaire rapper Azahriah te omarmen en hij zei op TikTok dat hij het nummer ‘param-param’ gister nog luisterde. Niet alleen klopte de titel niet (‘Rampapapam’), ook is het een ode aan cannabis in plaats van aan voetbal, zoals hij suggereerde in het filmpje. De rapper zelf heeft geen behoefte aan de endorsement. Het rijkste campagnemuziek-land is natuurlijk de Verenigde Staten, lees er hier alles over.