Thorbecke, grondlegger van onze grondwet, was er trots op dat hij geen campagne voerde en weinig mensen sprak; het zou hem immers kunnen beïnvloeden in zijn werk. Politieke campagnes in Nederland zagen vanaf de jaren twintig het levenslicht, het moment dat iedere Nederlander mocht stemmen. Er werden massabijeenkomsten georganiseerd waar politici het volk toespraken. Toen die zaaltjes in de jaren vijftig en zestig steeds leger werden, de massamedia in opkomst was en in de Verenigde Staten steeds professionelere politieke campagnes werden gevoerd, konden Nederlandse politici niet achterblijven.
Dixieland: de start van campagnemuziek
De eerste echte campaigners in Nederland waren de scherpe debaters Joop den Uyl en Hans Wiegel (debatten waren nieuw en over komen waaien uit Amerika). In 1972 voerde Wiegel een spraakmakende campagne onder het motto ‘Houd Den Uyl uit het Catshuis’ en legendarisch werd het televisiedebat waarin hij naar Den Uyl wijst en zegt “Sinterklaas bestaat, hij zit daar!”. Intern was het bij de VVD een gezellige bedoening. Zowel de christendemocraten als de socialisten waren, en zijn nog steeds, jaloers op de gezellige sfeer bij VVD-bijeenkomsten, waar zware politieke discussies eenvoudig geparkeerd werden. De corporale sfeer werd extra aangezet met dixielandmuziek. Wiegel leerde Nederland dus niet alleen negative campaigning en debattechnieken, maar ook campagnemuziek. Ook dat was, zo is hier te lezen, eerder allang uitgevonden in de Verenigde Staten.
Muziek over politici
Het was ook de aftrap van muziek óver politici, waarin natuurlijk werd geprobeerd de kiezer te sturen. Met ‘Den Uyl is in den olie’ hadden Vader Abraham en Boer Koekoek (die met de Boerenpartij in de Tweede Kamer zat) een hitje en over Joop den Uyl verschenen verschillende punknummers zoals ‘Van Agt Casanova’ van Paul Tornado en ‘Van Agt’ van Tedje en de Flikkers. Dit zien we ook anno nu nog terug: Hang Youth maakte in 2021 ‘Ik geef een nier voor geen Rutte IV’, Arjen Lubach maakte in 2019 ‘Beter dan Baudet in bed’ en in de hiphopscene worden verschillende diss raps over Geert Wilders gemaakt.
Uitdaging voor Nederlandse partijen
Muziek gebruiken is voor Nederlandse campaigners lastig te gebruiken in politieke campagnes, en wel om drie redenen. Allereerst moet je de portemonnee trekken als je muziekrechten wil afkopen in reclamespotjes, terwijl het geld vaak niet tegen de plinten klotst. Daarnaast zijn artiesten vanwege de cultuur in Nederland vaak niet happig om zich te binden aan politieke partij. Dat heeft er ook mee te maken dat jezelf binden aan één partij, automatisch betekent dat je tegen heel veel andere partijen bent. Artiesten hebben zich geen zin te verbinden aan een partij, zo ondervonden CDA’ers toen ze ‘De glimlach van een kind’ gebruikten in 2006 en PVV’ers toen ze ‘België’ gebruikten in 2005. Wat dat betreft is Amerika een stuk veiliger, waar jezelf verbinden aan de democraten in de toch wel linkse cultuurscene, je zelden fans kost en ongetwijfeld meer fans oplevert. Tot slot is negative campaigning, en dat extra aanzetten in muziek, erg lastig in Nederland want je komt elkaar toch weer tegen aan de formatietafel. Dat verdomde poldermodel belemmert de opmars van Nederlandse campagnemuziek…
Waarom campagnemuziek?
Maar waarom zou je überhaupt muziek gebruiken in je campagne? Om dat te beantwoorden ben ik in wat onderzoeken gedoken naar muziekgebruik in reclames. Het Engelse Thinkbox concludeerde na onderzoek dat audio de aandacht van de tv-kijker succesvol naar het scherm trekt. Mindshare maakte duidelijk dat audio door middel van emotional transfer het brein activeert. Les Binet e.a. concludeerde dat reclame met muziek effectiever is dan zonder, en dat ‘passende’ muziek zelfs zorgt voor 16% toename in effectiviteit (merkbekendheid, -voorkeur en aankoopintentie) vergeleken met reclame zonder muziek. Oftewel, muziek kan je positioneren en zorgt voor effectievere uitingen. Geer & Goor zongen dan ook vaak een moppie voor ‘hun’ VVD (hoewel eerstgenoemde later flirte met FVD) en in 2021 zagen we dat ook Henk Wijngaard (CDA) en rapper Duncan (FVD) liedjes maakten. Maar de godfather van de campagnemuziek in Nederland is natuurlijk Bob Fosko, hij werd jarenlang succesvol ingezet door dé campagnepartij van Nederland: de SP. Zier hier een opsomming van deze nummers. Je ziet dat deze liedjes heel duidelijk proberen een merkassociatie op te bouwen. Een alternatief is, zoals we vooral tijdens de Gemeenteraadsverkiezingen vaak zien (zie hier de analyse uit 2022), dat je puur focust op het genereren van aandacht.
Uitslagenavonden
Misschien wel het meest spraakmakend is de muziek die je hoort op uitslagenavond. VVD koos in 2012 voor een nummer met de lyrics “It was never, never an honest word, that was when I ruled the world” en D66 in 2017 met “You see that girl with the big tic tac (…) Head to the floor, girl (…) Rote your body cause me love how you spinning it. Make the TRUMPETS blow!”. GroenLinks koos voor ‘I gotta feeling’, maar dat hadden PvdA en D66 en zelfs de republikeinse kandidaat Ted Cruz allang gedaan. Smaakvoller waren de keuzes vol zelfspot van CDA in 2012 “I get knocked down, but I get up again”, PvdA in 2017 met ‘Waterloo’ en VVD met ‘Sweet Caroline’ in de campagne dat Rutte om Caroliene had geroepen in een debat waarin hij zijn tekst niet meer paraat had.
> Hier analyseer ik alle opkomstnummers uit 2012
> Hier analyseer ik alle opkomstnummers uit 2017
> Echte freaks kijken hele uitslagenavonden terug: uit 2010, 2012 en 2017
In 2021 was helaas geen uitslagenavond vanwege de coronacrisis. Wel mochten de lijsttrekkers bij het NOS op 3-debat eigen opkomstsnummers kiezen. Dat zag er zo uit: